Kasluchtcirculatie is nodig om de verschillen in temperatuur en absolute luchtvochtigheid te verkleinen en daarmee het vocht dat uit het gewas verdampt, richting het scherm of het kasdek te transporteren. Om luchtbeweging te stimuleren wordt vaak een minimum buis onder of tussen het gewas ingezet; ook als de warmte niet nodig is.
Luchtbeweging ontstaat van nature door wind in combinatie met open ramen, maar ook bij kleine lekjes. Ook schermkieren kunnen veel trek veroorzaken, al is deze luchtbeweging vaak ongecontroleerd en vergroten deze juist de klimaatverschillen in de kas. Onder gesloten doeken in combinatie met een lage buistemperatuur is extra luchtbeweging vaak noodzakelijk. Dan is het gebruik van een ventilator energiezuiniger dan een minimum buis.
Er zijn verschillende typen ventilatoren mogelijk: ventilatoren die horizontale luchtbeweging induceren en ventilatoren die voornamelijk verticale beweging veroorzaken. Een verticaal werkende ventilator is vooral geschikt om warme lucht bovenin de kas (vanwege assimilatiebelichting) naar beneden te brengen. Horizontale ventilatoren hebben vaak een nevenfunctie als deze worden ingezet bij de verdeling van gewasbeschermingsmiddelen in het kader van een ruimtebehandeling voor plantgezondheid (LVM).