Potanthurium in Kas 2030 afgelopen winter compact gebleven

Nieves García en Frank Kempkes (Wageningen University & Research)

In Kas 2030 bij Wageningen University & Research in Bleiswijk worden vier gewassen geteeld zonder emissie van CO2, water en nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Aan het einde van de eerste winterteelt (2019-2020) moesten de onderzoekers constateren dat de bloemsteeltjes zeer sterk strekten onder de 200 µmol/m2.s LED belichting. Afgelopen winter (2020-2021) is (bijna) alles uit de kast gehaald om een compacte plant te telen. Met succes, zo blijkt uit de vergelijking met partijen van dezelfde leeftijd uit de praktijk.

Aanpak tweede winterteelt
Het telen onder hoge intensiteit LED-belichting, die werd gebruikt tot 16 uur per dag met een daglichtsom van 10 Mol per dag (evenveel als in de zomer), resulteerde vorige winter in een enorme versnelling van de teelt en zeer bloemrijke planten. De plantvorm werd echter ontsierd door een sterke strekking van de bloemstelen, die hoog boven het blad kwamen te staan. Dit was al bekend bij belichten met SON-T, zelfs bij veel lagere intensiteiten. Op basis van literatuur is de teeltstrategie voor de tweede winter aangepast met als doel evenveel snelheid en bloemen, maar geen overmatige strekking van de bloemsteel.
Hiertoe is de daglengte teruggebracht naar 12 uur/dag en de lichtsom strak op 9 Mol/dag gehouden. Ook is teruggegaan in de streefconcentratie CO2 in de kaslucht, aangezien uit onderzoek met snijanthurium in 2010 was gebleken dat hogere concentraties CO2 tot langere bloemstelen leiden. Onderzoekers teelden met een lagere etmaaltemperatuur (22oC in plaats van 23oC). Eigenlijk, van alles mocht het een beetje minder zijn.

Gewenste temperatuur
In 2002 tot 2004 kon met succes de bloemrek (toen bij lage intensiteit SON-T belichting) worden verminderd door gebruik te maken van Negatieve DIF, dat wil zeggen een lagere temperatuur overdag dan ’s nachts. Met deze strategie werden de planten in Kas 2030 tussen oktober en december iets té compact; bovendien kostte het wat meer energie. Halverwege de winter is overgegaan van -DIF naar DROP als compactheidstrategie. Hiertoe lieten de onderzoekers de temperatuur vroeg in de ochtend enkele graden zakken (tot 16oC) door te kieren met de doeken, waarna de temperatuur door de warmte van de lampen en/of de zon binnen twee uur terug was op de gewenste temperatuur.

Resultaat: een hele goede, compacte plant
Door de combinatie van ochtend DROP, lager CO2 (500 ppm), kortere dag, lagere daglichtsom, maar ook door de planten iets eerder wijder te zetten dan in de praktijk, is het gelukt om een gewas te telen dat aardig compact was, haast even compact als in de praktijk, en wel minimaal zes weken sneller. Bij het afleverklaar zijn van de planten hadden ze meer bloemen en ruim 50% meer versgewicht dan de planten van dezelfde leeftijd uit de praktijk. Ze hebben wel een meer dan twee keer hogere lichtsom ontvangen.
De betrokken BCO heeft het gewas gedurende de tweewekelijkse bezoeken steeds heel goed bevonden. Een punt van aandacht is de iets lichtere, fletsere kleur van de bloemen in de planten geteeld in de Kas 2030. Vooral de laatste weken onder invloed van het zonlicht. Iets wat je pas ziet als je de planten uit verschillende partijen naast elkaar zet. Door deze midden op de dag wat meer af te schermen, zou het mogelijk kunnen zijn om de bloemkleur te verbeteren. De vraag die bij de BCO rijst is: hebben wij, door de maatregelen om de planten compact te houden, wellicht groeiruimte laten liggen. Dat is niet uit te sluiten. De planten uit de Kas 2030 lieten een iets lagere (13% lager) lichtbenuttingsefficiëntie zien dan de planten die onbelicht bij de telers stonden binnen dezelfde tijd. Om de vochthuishouding van het gewas in de kas te verbeteren is dit voorjaar ook aandacht besteed aan verbeterde isolatie van de kas; de volgende teeltronde wordt ook de watergeefstrategie aangepakt. Tevens zou een ander spectrum van de belichting ook aan extra groei hebben kunnen bijdragen.

Spectrumonderzoek potanthurium
Dat is de reden waarom in een aanvullend project, dat afgelopen maart van start is gegaan, de invloed van het gekozen spectrum op bloemrek wordt onderzocht. Hiertoe worden vijf afwijkende spectra vergeleken met het spectrum uit de Kas 2030 in een kleinere kasafdeling, waar winter condities (met behulp van doeken en kaskoeling) worden gesimuleerd.

Binnenkort meer hierover op de website van Kas als Energiebron.

Meer CO2 nieuws