Reductie van elektriciteit
Belichting is voor ongeveer 80% verantwoordelijk voor het stroomverbruik in kassen. Door de inzet van LED’s kan daarop worden bespaard. LED-lampen zijn zuiniger dan de hogedruk natriumlampen (SONT-) en ze zijn dimbaar zodat selectief en dynamisch kan worden belicht. Daarom zet Kas als Energiebron volop in op reductie van de behoefte aan elektriciteit voor belichting. Hiervoor is een stappenplan opgesteld:
- Maak gebruik van zo veel mogelijk natuurlijk licht in de kas
- Haal zo veel mogelijk licht uit een kWh elektriciteit
- Zorg voor een zo optimaal mogelijk lichtonderschepping door de plant
- Haal zo veel mogelijk assimilaten uit het onderschepte licht
- Zorg dat zo veel mogelijk assimilaten naar te oogsten bloemen of vruchten gaan

Natuurlijk licht en diffuus glas
De eerste stap in het 5-stappenplan is zo veel mogelijk natuurlijk licht in de kas te benutten. Dit is immers gratis en daardoor komt ook meer warmte in de kas. Denk daarbij aan andere kasdekmaterialen en coatings, een andere kasdekconstructie, beter condensatiegedrag van het kasdekmateriaal, het toepassen van lichtintegratie en minder schermen. Een belangrijke toepassing is diffuus glas en diffuus scherm, waarbij met name bij potplanten veel meer natuurlijk licht kan worden toegelaten.
Zo hoog mogelijk elektrisch rendement
De tweede stap is om zoveel mogelijk licht uit een kWh elektriciteit te halen. LED-belichting is een belangrijke ontwikkeling hierin. Er is voor heel veel gewassen onderzoek gedaan naar het optimale lichtspectrum, het omgaan met het gemis aan warmtestraling en optimalisering op gewasbehoefte door bijvoorbeeld te dimmen. Er zijn zeker nog aandachtspunten rondom bijvoorbeeld watergift, voeding en plantweerbaarheid. Van belang is in ieder geval om hier ‘integraal’ over na te denken: door LED verandert niet alleen het spectrum. LED-belichting vindt inmiddels zijn weg naar de praktijk, wat overigens ook weer aanvullende onderzoeksvragen oproept (kwaliteit-/bladproblemen).

Optimale lichtonderschepping
Het licht dat de kas in komt of door lampen wordt opgewekt, wil je zo optimaal mogelijk onderscheppen door het gewas. Maar te veel blad betekent ook dat er extra verdamping is en dat de assimilaten van het mogelijk overtollige blad niet in de vruchten of bloemen gaan zitten. Dus maximale lichtonderschepping is niet altijd optimaal. Naast het bladplukken kan door verschillende lichtkleuren de vorm van de plant – en daarmee ook de lichtonderschepping – worden gestuurd.
Zoveel mogelijk assimilaten
Uit het licht dat onderschept wordt door de plant willen we zoveel mogelijk assimilaten produceren. Dus alleen belichten op de momenten dat de fotosynthese efficiency hoog is. Een belangrijk instrument hiervoor is de fotosynthese van het gewas online bepalen of berekenen. Daarnaast is elke kleur licht niet even efficiënt voor de fotosynthese. Ook is de lichtverdeling over het gewas belangrijk om zoveel mogelijk assimilaten te produceren uit het onderschepte licht.

Optimale assimilatenbalans
De geproduceerde assimilaten willen we zoveel mogelijk naar te oogsten bloemen en vruchten transporteren en dus zo min mogelijk naar niet oogstbare delen van de plant. De aanmaak van assimilaten en het gebruik ervan moeten in balans zijn volgens de principes van Het Nieuwe Telen. Dus pas de hoeveelheid stelen, bloemen of vruchten aan, aan de hoeveelheid licht en/of pas de temperatuur aan om de vraag van assimilaten te beïnvloeden. Ook hier is het belangrijk om de fotosynthese, oftewel de aanmaak van assimilaten, te kunnen bepalen. Evenals als de vraag van assimilaten. Daarnaast kunnen ook de lichtkleur en daglengte een rol spelen in de sturing van de assimilatenbalans.