Telen op basis van plantbalans bij koude teelten (voorbeeldgewas freesia)

Beschrijving

De trend dat er steeds meer lamp- en daglicht in de kassen beschikbaar is heeft de source-sterkte (assimilatenproductie) van de gewassen aanzienlijk verhoogd. Teelten als freesia worden tegenwoordig flink belicht (50-70 μmol met maxima van 100 μmol), maar nog altijd bij een temperatuur van veelal onder de 10 graden in de winter. Bij deze lage temperaturen staat de plantontwikkeling vrijwel stil en de vraag is dan ook of deze temperaturen wel zo laag moeten zijn. De reden voor deze lage temperaturen is om de plantontwikkeling te remmen uit angst voor slechte kwaliteit. Zo is men bij Freesia bang voor “slappe takken” en verdrogen van de aangelegde haken. Echter in het voorjaar (vanaf april) is de teelt vele weken sneller dan in de winter, zonder kwaliteitsproblemen. Het ligt voor de hand dat dit komt door het hogere lichtaanbod in combinatie met de hogere temperaturen.

In dit onderzoek zal op twee praktijklocaties (of afdelingen) met hetzelfde ras, dezelfde partij knollen en eenzelfde plantafstand een vergelijk worden gemaakt van een teelt met een ‘open doek’ en een teelt met extra isolerend doek (Obscura 9950). Het temperatuurverschil van beide teelten wordt nauwgezet gevolgd, evenals de plantbalans in source en sink. Beide afdelingen zijn voorzien van een vergelijkbare belichtingsinstallatie en belichtingsstrategie (zelfde source). Aan een augustus planting, zal gedurende de gehele teelt de interactie tussen de source en sink in kaart worden gebracht.

Het bepalen van de source en sink is complex en zal aan de hand van veel metingen in kaart worden gebracht. Het klimaat wordt o.a. gemeten door 2 growwatches. De source wordt gemeten met de vernieuwde plantivity, de Licor 6400 (meetintrument voor het bepalen van de CO2 opname van het blad), de LAI en lichtonderschepping. Aan de hand van de metingen wordt berekend wat de source / assimilatenaanmaak is. De sink wordt bepaald door destructieve oogst van planten en metingen daaraan.

Dit onderzoek moet aantonen dat isolerend doek geen belemmering is bij de teelt en veel energiebesparing kan opleveren door het aanhouden van hogere temperaturen. Zo kan de minimum buis veel lager in combinatie met isolerend doek. De inschatting is dat er 20% besparing op warmte gehaald kan worden.

Resultaten

Uit het onderzoek blijkt in het begin van de teelt een 'positieve' plantbalans (overschot aan assimilaten), maar in de periode van november tot januari is de balans negatief.

Vergelijking tussen de twee locaties leert dat door in het begin rustiger te telen (minder licht) en in de winterperiode de teelttemperatuur wat lager te houden, de onbalans minder wordt. Onder deze condities zijn zelfs iets meer takken (inclusief haken) geoogst (109%), maar wel met een beduidend lager totaal drooggewicht (85%). Er kan dus energie bespaard worden door in de maanden tot november minder te belichten.

In de winter is óf extra licht nodig óf de temperatuur moet omlaag om de assimilatenbehoefte te verkleinen. Uit berekeningen blijkt dat één graaddag temperatuurverlaging de assimilatenbehoefte vermindert met 0,25 Mol PAR. De lichtbenutting van freesia is bij laag licht onafhankelijk van de Tblad (range van 9-18°C) en loopt bij hoog licht op met 6% per °C.

Projectnummer 20026
Startdatum 01-07-15
Einddatum 30-06-16
Afgerond Ja
Budget €119.294
Uitvoerder Plant Dynamics
Document

Meer onderzoeken en projecten